Je kent het gevoel wel: je teen stoten tegen een tafelpoot, je onrustige buik nadat je iets verkeerds hebt gegeten of jezelf per ongeluk snijden tijdens het koken.
Dat gevoel noemen we pijn. Pijn is een sensatie die over het algemeen onprettig is en in veel verschillende vormen voorkomt. Scherpe pijn. Zeurende pijn. Doffe pijn. Stekende pijn. Branderige pijn. Naast de aard van de pijn, kan ook de intensiteit en frequentie of duur van de pijn verschillen. Door een huisarts of fysiotherapeut wordt vaak gevraagd hoeveel pijn je hebt op een schaal van 1 tot 10.
In onze taal proberen we te begrijpen wat voor soort pijn aanwezig is. Dat doen we om erachter te komen wat het pijnsignaal probeert te vertellen of om er zo snel mogelijk vanaf te komen. Dat is eerlijk gezegd niet zo gek. Het lijkt er namelijk op dat pijn een (alarm)signaal is dat ons probeert te waarschuwen voor mogelijk gevaar.
Pijn en schade
Ondanks dat pijn op zich een vervelende sensatie is, is het fijn dat we pijn kunnen voelen. Het pijnsysteem is namelijk een soort alarmsysteem dat ons alarmeert wanneer er (mogelijk) schade optreedt in of aan het lichaam.
Pijn is nodig om te overleven, omdat het ons helpt om niet nogmaals in dezelfde gevaarlijke situatie terecht te komen. Helaas worden er ieder jaar kinderen geboren, die het vermogen om pijn te kunnen voelen, niet hebben. Dat klinkt als een perfect leven, maar het tegendeel is waar. Deze kinderen lopen het gevaar om ernstige blijvende schade op te lopen, omdat ze niet worden geremd door pijn. Zo’n kind leert bijvoorbeeld niet dat vuur heel heet kan zijn en daardoor gevaarlijk is. Pijn is dus een belangrijke sensatie. Maar hoe werkt pijn eigenlijk?
Het pijnsysteem
Bijna overal in het lichaam bevinden zich specifieke pijnsensoren, die geprikkeld worden zodra het weefsel schade oploopt of dreigt op te lopen. De pijnsensoren raken pas geprikkeld, zodra er een bepaalde grens bereikt wordt. Zo zijn de meeste geluidsprikkels niet pijnlijk, maar een extreem harde knal wel. Pijnsensoren in de huid zullen normaal gesproken niet actief worden in aanraking met een dof voorwerp of een watertemperatuur van 30 graden Celsius. Scherpe voorwerpen of kokend water zorgen echter wel voor het starten van een pijnsignaal.
Pijn ontstaat dus niet zomaar. Wanneer het alarmsysteem goed functioneert, komt er alleen een pijnsignaal op gang wanneer de pijndrempel bereikt wordt. Vervolgens wordt er een proces in gang gezet, waarbij de pijnprikkel via de zenuwen verstuurd wordt naar het ruggenmerg en het brein. Daar wordt het pijnsignaal beoordeeld en mogelijk geïnterpreteerd als pijn. Vanaf dat moment zal jij pas bewust pijn ervaren. Het ervaren van pijn is dus mogelijk door het samenwerken van een systeem van sensoren, zenuwen en specifieke hersengebieden. Dit noemen we het pijnsysteem. Het pijnsysteem is dus onderdeel van het zenuwstelsel.
Pijnervaring
De zenuwen van het pijnsysteem kunnen het pijnsignaal vliegensvlug doorsturen naar het brein, waardoor je binnen een fractie van een seconde al pijn kan ervaren. Helaas kan er in dit hele proces het een en ander misgaan.
Je kan het versturen van een pijnsignaal vergelijken met het welbekende doorfluisterspel. Bij dit spel fluistert de eerste persoon (pijnsensor) in de groep een verhaal (pijnprikkel) door aan de volgende persoon. De tweede persoon (zenuw) fluistert het verhaal wederom door aan de volgende, totdat het verhaal bij de laatste persoon (zenuw) terechtkomt. Het doel van het spel is om het verhaal zo volledig mogelijk door te vertellen, zodat de laatste persoon (het brein) een kloppend verhaal (pijnervaring) kan vertellen. Als toeschouwer van zo’n spel zie je hoe het verhaal hilarische wendingen kan aannemen.
Onze pijnervaring is dus afhankelijk van veel verschillende factoren. In alle stappen die een pijnsignaal moet doorlopen, kan het signaal op bepaalde manieren worden aangepast:
- De pijndrempel kan hoger of lager liggen. Bij een acute stressprikkel of kort na het sporten wordt de pijndrempel iets verhoogd. Wanneer we ziek zijn, een blessure oplopen of bij chronische stress wordt de pijndrempel iets verlaagd.
- Het doorsturen van het pijnsignaal van zenuw naar zenuw kan op dezelfde manier worden beïnvloed. Soms worden pijnsignalen versterkt, in andere omstandigheden worden ze verzwakt.
- Het brein stuurt bovenstaande processen aan en heeft invloed op de beleving van het pijnsignaal. De context en psychologische factoren, die de hersenen meenemen in het oordeel, hebben invloed op het ervaren van pijn.
Zo kan eenzelfde prikkel op het ene moment zorgen voor pijn en op een ander moment niet. De pijnervaring vindt dus nooit plaats op de plek van de schade, maar in de hersenen. Pijn zit dus eigenlijk altijd ‘tussen de oren’.
Chronische pijn
De hersenen analyseren dus altijd of de pijnprikkel terecht is en zorgen ervoor in welke mate de pijn wordt ervaren. Zelfs bij lichamelijk letsel is het brein bepalend in hoeveel pijn je voelt. Een ontregeling in het centrale zenuwstelsel, waar de hersenen onderdeel van uitmaken, kan echter ook zorgen voor overgevoeligheid voor (pijn)prikkels. Zie ook dit blog over: De meest voorkomende aanhoudende lichamelijke en mentale klachten en lees hoe het centrale zenuwstelsel ontregeld kan raken.
Het pijnsysteem produceert dan onterecht veel pijn. Dan kunnen normale bewegingen pijn doen of kan pijn zelfs uit het niets ontstaan. De pijnsensoren gaan als het ware makkelijker aan, de pijnzenuwen geven de signalen sneller door en het brein interpreteert het signaal sneller als gevaarlijk.
Dit kan uiteindelijk resulteren in het niet herstellen van blessures en het ontwikkelen van chronische pijn. We spreken van chronische pijn als de pijnklacht langer dan drie maanden aanhoudt. De pijn duurt dan langer dan de maximale termijn waarin de schade zou moeten zijn hersteld. Chronische pijn is vaak enorm belemmerend voor het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en kan voor veel psychosociale problemen zorgen.
Hoe ga ik om met chronische pijn?
Chronische pijn kan dus veroorzaakt worden door een ontregeling van het zenuwstelsel. Aangezien het zenuwstelsel het vermogen heeft om te veranderen, kan het in balans brengen van het zenuwstelsel er weer voor zorgen dat chronische pijnklachten verminderen. Om te begrijpen hoe dit in het lichaam werkt, is het belangrijk om twee processen rondom pijn te begrijpen:
- Centrale pijndemping: het lichaam verhoogt de pijndrempel en remt pijnprikkels door vanuit het centrale zenuwstelsel stoffen aan te maken, die de pijn verminderen. Zo vertelde de professionele surfer Bethany Hamilton dat zij geen pijn voelde – toen ze werd aangevallen door een haai. Terwijl ze hierbij zelfs haar arm verloor!
- Centrale pijnfacilitatie: het lichaam verlaagt de pijndrempel en stimuleert het verzenden van pijnprikkels. Bij blessures bijvoorbeeld gebeurt dit lokaal. Wanneer je door je enkel gaat, wordt dat lichaamsdeel tijdelijk pijnlijker, zodat je het ontlast. Dit is een normale reactie van het lichaam bij het oplopen van een beschadiging. Bij chronische pijn is er echter sprake van een ontregeling, waardoor het gehele pijnsysteem zorgt voor een verlaging van de pijndrempel. Hierdoor kan er overal in het lichaam pijn worden gevoeld zonder dat er daadwerkelijk sprake is van (mogelijke) beschadiging.
Wanneer er sprake is van centrale pijnfacilitatie (ook wel centrale sensitisatie genoemd) is het lichaam dus overgevoelig geworden voor prikkels, waardoor er pijn gevoeld kan worden in een situatie die normaal gesproken geen pijn zou veroorzaken. Deze ontregeling van het zenuwstelsel is omkeerbaar, wanneer we activiteiten uitvoeren die zorgen voor centrale pijndemping. Het klinkt misschien gek, maar een manier om dat te doen is door te bewegen. De juiste mate van inspanning kan dan zorgen voor het activeren van hersengebieden, die het centrale zenuwstelsel in balans brengen. Bewegen zal bij chronische pijn regelmatig voor verergering van pijn zorgen. Maar op lange termijn is bewegen juist een enorm goed medicijn tegen chronische pijn. Wij helpen je graag bij het opbouwen van bewegen op het juiste niveau!